Een bier hoort in een fraai glas. Biersommeliers zeggen dat een biertype in een specifiek bijpassend model glas hoort, om zo de geuren en smaken het best tot hun recht te laten komen. Beer hunter Michael Jackson (niet de Michael Jackson die u denkt) had zelfs zijn “proefkit” in de winkels liggen. Wat een fraai en passend glas is? Daarover zijn de meningen verdeeld. Pils vind ik bijvoorbeeld niets als het in kleine en smalle glaasjes wordt geserveerd. Je neus moet er namelijk ook in passen, anders wordt het nippen. En bier nip je niet.

Ook het vroegere Nederlandse stapelglas vind ik niet mooi. Een Amsterdammertje is best, net als een hoog halve liter glas of pintglas. Pils is immers niet bedoeld om in kabouterhoeveelheden van 25 cc of minder te drinken. Een blond, dubbel, tripel of quadrupel mag van mij in een standaard bokaal. En een weizen graag in een Duits weizenglas.

De dikte van het glas maakt ook zeker uit: niet de dik en niet te dun. De eerste bokalen van Hertog Jan Grand Prestige waren bijvoorbeeld veel te dun. Veel Amerikaanse glazen zijn op hun beurt weer erg dik. Dat drinkt niet lekker. Lelijke of onhandige glazen bevorderen het drinkgenot ook al niet. Denk aan een Duvel glas (bloemenvaas waar minstens twee flesjes Duvel in passen), een koetsiersglas (onder meer bekend van Kwak) of een bierlaars. Ervaringsdeskundigen weten dat ze bij die glazen moeten oppassen voor de “biergolf”. Voor een verzamelaar zijn al die soorten glazen trouwens een feest.

Als ik rondkijk in mijn bierkamer, dan zie ik veel glazen met een verhaal. Als ik kijk naar mijn rij Anchor en Guinness glazen met Chinese tekst, dan bevind ik me bijna 25 jaar terug in de tijd in Maleisië. Als ik kijk naar een stenen pul met tinnen deksel van Spezial Bräu, dan ben ik met de Zware Jongens van brouwerij Maallust weer in Bamberg. Ik ruik en proef het rauchbier! Ik zie ook veel glazen die ik voor geen geld bij kringloopwinkels op de kop wist te tikken. Onlangs kocht ik in Ommen een oud glas van Hansa uit Swakopmund (Zuidwest-Afrika, nu Namibië) voor 30 cent. En wat te denken van al die glazen die ik van anderen cadeau kreeg?

Het Belikin glas uit Belize zat geruime tijd in de rugzak van John, voordat het uiteindelijk een plek in mijn bierkamer kreeg. De Sainte Colombé is afkomstig van een streekproductenmarkt in Bretagne (bedankt Ronald). Van Timo ontving ik een aantal Ringness en Arendal glazen uit zijn geliefde Noorwegen. Het Bavaria depot in de Oosterparkwijk kon een stenen literpul missen van een jubileum van een Swinkels familielid. Van een Surinaamse stagiair kreeg ik ooit als dank voor mijn begeleiding een Parbo stout glas uit de familiekast van zijn vader. Mijn oma stond met liefde enkele Groningse Barbarossa glazen af. En tijdens veldwerk in Seattle kreeg ik van de eigenaar van de Pike Brewery een stenen literpul van Ayinger cadeau met de tekst “Munich Festhaus, Vancouver 86”.

Het leven is bedoeld om verhalen te delen. En wat is er mooier om met een vriend op een terras of in een schitterend café een speciaalbier te drinken uit een fraai glas, dat je van de kastelein als aandenken mag meenemen?

Jan Willem Wolff, bierfanaat en één van de 25 Zware Jongens die brouwerij Maallust hebben opgericht blogt voor Beerders over alles wat met bier te maken heeft. Hij brengt ons mooie verhalen over bier, de bierwereld en alles wat je er met een beetje fantasie omheen kunt bedenken.